Contacteer ons
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
|
1.Geef op het niveau van de EPB-eenheid, in de knoop 'Inertie', aan of u de vereenvoudigde of gedetailleerde methode wil gebruiken. |
![]() |
2a. In het geval van de eenvoudige methode, geeft u aan welk 'type constructie' van toepassing is
U hoeft in de software dus enkel het type aan te duiden en niet de percentages massieve delen waarop dat type gebaseerd is. Bij een eventuele controle moet u het geselecteerde type constructie natuurlijk wel kunnen staven. |
![]() |
2b. In het geval van de gedetailleerde methode, geeft u de Effectieve thermische capaciteit Cm (in J/K) rechtstreeks in. U doet dat voor de hele EPB-eenheid, voor het bepalen van de oververhittingsindicator, maar ook voor elke energiesector afzonderlijk (voor het bepalen van de benuttingsfactor van die energiesector). U hoeft de externe berekening nergens in te voeren in de software. Bij een eventuele controle moet u deze natuurlijk wel kunnen voorleggen. |