Contacteer ons
Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)
In de EPN-rekenmethode bepaalt u voor elk functioneel deel afzonderlijk de effectieve thermische capaciteit Cfct f. Dat kan op verschillende manieren:
Met de vereenvoudigde methode bepaalt u de thermische capaciteit aan de hand van een aantal parameters:
Een verlaagd plafond en/of verhoogde vloer zullen leiden tot een lagere thermische capaciteit.
Met de gedetailleerde methode bepaalt u de thermische capaciteit van een functioneel deel als de som van de werkzame massa van alle aanwezige constructiedelen (dus ook de interne constructiedelen, maar niet de niet-dragende binnenwanden). De werkzame massa van een constructiedeel is afhankelijk van de volumieke massa, de soortelijke warmte en de werkzame dikte (die onder andere afhangt van de plaats van de isolatie).
Deze methode is doorgaans zeer arbeidsintensief.
De waarde bij ontstentenis voor de thermische massa is gebaseerd op de vereenvoudigde methode, waarbij telkens wordt uitgegaan van de minst gunstige optie. Concreet betekent dit een specifieke effectieve thermische capaciteit van 55 kJ/(m².K).
De EPU-methode is hetzelfde, maar daar bepaalt u de effectieve thermische capaciteit per energiesector in plaats van per functioneel deel.