Gedaan met laden. U bevindt zich op: Hulpenergie ventilatie: rekenmethode - niet-residentieel Hulpenergie ventilatie

Hulpenergie ventilatie: rekenmethode - niet-residentieel

Geldig voor alle bouwaanvragen

Vereenvoudigde methode

Bij de vereenvoudigde methode is het hulpenergiegebruik afhankelijk van:

  • het type ventilatiesysteem: A, B, C of D
  • het aan buitenlucht
  • de tijdsfractie dat de ventilatoren in bedrijf zijn.

Gedetailleerde methode

Bij de gedetailleerde methode is het hulpenergiegebruik afhankelijk van:

  • de rekenwaarde voor het geïnstalleerd elektrisch vermogen bepaald door het maximaal elektrisch vermogen van de elektromotorventilatorcombinatie (incl. voorschakelapparatuur, indien aanwezig)
  • een reductiefactor voor de regeling
  • de fractie van het dat bestemd is voor de respectievelijke
  • de tijdsfractie dat de ventilatoren in bedrijf zijn.

Als u kiest voor de detailberekening moet u alle aanwezige ventilatoren rapporteren, telkens met het overeenkomstige ventilatievermogen.

Opmerking EPU - EPN

De EPN methode neemt de regels voor bepaling van de vermogen van ventilatoren één op één over van de EPU methode.

De tijdsfractie waarin de ventilatoren in bedrijf zijn is in de EPU-methode een constante waarde van 30%. In de EPN-methode wordt voor elk functioneel deel een specifieke tijdsfractie gedefinieerd.

Voor de functies “Kantoor” en “Onderwijs” wordt er in de EPN-methode ook rekening gehouden met aanvullende ventilatie tijdens de dag of ‘s nachts.