Gedaan met laden. U bevindt zich op: Verlichting: rekenmethode elektriciteitsverbruik (huidig) Verlichting

Verlichting: rekenmethode elektriciteitsverbruik (huidig)

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2017 Bekijk tijdslijn

Armaturen

De armaturen in een ruimte hebben invloed op het elektriciteitsverbruik via:

  • Het vermogen: dat is het van de armatuur (in W) met inbegrip van eventuele voorschakelapparaten, sensoren en regelingen.
  • Het al dan niet vrij instelbaar zijn van de verlichtingssterkte. Dit wil zeggen dat de installateur van de verlichtingsinstallatie de totale lichtflux van de armatuur kan vastleggen op het ogenblik van de ingebruikname van het gebouw of dat de gebruiker door middel van een dimmer de lichtflux kan variëren na de ingebruikname van het gebouw. Als dat het geval is, is een reductiefactor van toepassing bij de berekening van het elektriciteitsverbruik van de armatuur.

Regelsystemen

Een regelsysteem heeft invloed op het elektriciteitsverbruik. Zo zal een afwezigheidsdetectie en/of een daglichtdimming in principe zorgen voor een zekere energiebesparing. De energieprestatieregelgeving rekent de invloed van dergelijke systemen dan ook in aan de hand van een reductiefactor. Er zijn twee types :

  • Schakelende systemen, op basis van aanwezigheid
  • Modulerende systemen, op basis van daglichttoetreding.

Reductiefactor voor schakelende systemen

De reductiefactor voor een schakelend regelsysteem hangt af van het type functioneel deel, en van het type schakelende systeem in de ruimte:

  • Centraal
  • Manueel
  • Aanwezigheidsdetectie met volledige uitschakeling
  • Aanwezigheidsdetectie met terugschakeling naar dimstand
  • Manueel met afwezigheidsdetectie en volledige uitschakeling
  • Manueel met afwezigheidsdetectie en terugschakeling naar dimstand

Als er in een ruimte meerdere schakelende systemen voorkomen, rekent u voor de hele ruimte met het systeem dat het minst goed scoort.

Reductiefactor voor modulerende systemen

Dit zijn systemen die met lichtsensoren de lichtstroom van lampen op een volautomatische en/of manuele manier en op een continu variabele wijze verminderen naarmate er meer daglicht is. Om die systemen in te rekenen, kan u de ruimte onderverdelen in een kunst- en een daglichtdeel. Dit is niet verplicht, maar als u het niet doet, wordt de hele ruimte als kunstlichtdeel beschouwd en is de reductiefactor van het energieverbruik hoger.

Pas als alle armaturen, respectievelijk in het kunstlicht- en daglichtdeel, beschikken over volautomatische en/of manuele daglichtdimming, mag u de reductie daarvoor in het betreffende deel inrekenen.