Gedaan met laden. U bevindt zich op: Installatie-eisen: isolatie van leidingen en kanalen (huidig) Gewone leidingen en kanalen

Installatie-eisen: isolatie van leidingen en kanalen (huidig)

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2016 Bekijk tijdslijn

Lees hieronder welke elementen moeten voldoen aan installatie-eisen en welke niet.

Toepassingsgebied

Voor de gewone leidingen of luchtkanalen is isoleren niet verplicht. Voor circulatieleidingen is isoleren wel verplicht.

Bij ketels, ijswatersystemen en ventilatiesystemen kan het toepassen van leidingisolatie tot een hoger leiden. In dat geval moeten zowel de bestaande als de nieuwe leidingen voldoen aan de installatie-eisen.

Moeten voldoen aan de installatie-eisen:Moeten niet voldoen aan de installatie-eisen:
  • leidingen en accessoires voor het transport van warm verwarmingswater
  • leidingen die op temperatuur worden gehouden met een elektrische weerstandsverwarming
  • leidingen en accessoires voor het transport van warm tapwater (SWW), voor elk leidingsegment met een geforceerde circulatie
  • leidingen en accessoires voor het transport van koelwater met een temperatuur lager dan 20 °C
  • luchtkanalen.
  • leidingen die horen tot een verdeellus voor warm tapwater en die met een thermosifon werken
  • leidingen waarvan de buitendiameter niet meer dan 20 mm bedraagt
  • leidingen waarvan de buitendiameter niet meer dan 30 mm bedraagt en die vooraf geïsoleerd zijn met een dikte van minstens 10mm
  • luchtkanalen waarvan het rechte doorstroomgedeelte kleiner of gelijk is aan 0,025 m²
  • luchtkanalen waarvan de buitendiameter niet meer dan 220 mm bedraagt en die vooraf geïsoleerd zijn met een isolatiemateriaal met een dikte van minstens 10 mm en lambdawaarde ≤ 0,045 W/mK.

Onder leidingen en luchtkanalen verstaan we: rechte segmenten, bochtstukken, elke andere verandering van richting, stukken die bruusk of geleidelijk van doorsnede veranderen en aftak- of samenloopstukken, ongeacht hun oriëntatie in de ruimte.

Voorwaarden voor de thermische isolatie

De minimaal vereiste isolatie hangt af van de ontwerpvertrektemperatuur, de omgeving en de buitendiameter van de leiding.

De leidingen en kanalen moeten een minimale lineaire warmteweerstand hebben. Die wordt in de regelgeving bepaald aan de hand van:

  • twee temperatuurregimes;
  • drie classificaties van de omgeving van de leidingen;
  • het type: luchtkanaal of waterleiding voor verwarming of koeling.

Als u verplicht bent om de leidingen thermisch te isoleren, moet u volgens de regelgeving ook de accessoires (met inbegrip van de flenzen) die aangesloten zijn op leidingen met een buitendiameter van meer dan 50 mm, thermisch isoleren. De thermische isolatie moet voorzien zijn van een bekleding. Die beschermt tegen:

  • de blootstelling aan UV-stralen en aan de weersomstandigheden;
  • aanvallen van allerlei dieren;
  • mechanische beschadiging doorgangzones.
Aangepaste formule

Voor aanvragen vanaf 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017 én met aangifte vóór 1 maart 2017 wordt de reductiefactor 0,6 in de bepaling van de lineaire warmteweerstand Ri van de leiding in de formules vervangen door een factor 1. De lineaire warmteweersteand Ri houdt rekening met de hogere reële verliezen als gevolg van niet-geïsoleerde delen en koudebruggen.

Regelgeving