Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ingrijpende energetische renovatie (IER) (voor bouwaanvragen van 01-01-2015 t.e.m. 28-02-2017) Aard van de werken (huidig)

Ingrijpende energetische renovatie (IER) (voor bouwaanvragen van 01-01-2015 t.e.m. 28-02-2017)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2015 tot 28.02.2017 Bekijk tijdslijn

Definitie

De ingrijpende energetische renovatie (IER) is een renovatie waarbij

  1. voorwaarde 1: minstens 75% van de bestaande en nieuwe die het omhullen en die grenzen aan de buitenomgeving worden geïsoleerd én
  2. voorwaarde 2: de technische installaties om een specifiek binnenklimaat te realiseren volledig worden vervangen.

U moet per nagaan of aan de voorwaarden voldaan is. Bij de renovatie van een appartementsgebouw is het dus mogelijk dat het ene appartement een renovatie ondergaat en het andere een ingrijpende energetische renovatie.

  • We spreken pas over een ingrijpende energetische renovatie als het om een dossier gaat met een . Als u ingrijpende werken doet, maar geen indient, komt u niet in aanmerking voor financiële voordelen.
  • Bij een IER ontvangt u een EPC-bouw bij de EPB-aangifte met daarop het behaalde E-peil. Bij een gewone renovatie is er wel een EPB-aangifte, maar geen EPC-bouw (er is immers geen E-peil).

Eisen

Voldoet uw project aan de definitie van een IER? Dan moet u aan de eisen voldoen voor IER. Bovenop de eisen bij een gewone renovatie, streeft u bij een IER naar een maximaal E-peil, een minimumaandeel hernieuwbare energie en u laat een ventilatiesysteem plaatsen.

U vindt de eisen per bouwaanvraagjaar in de eisentabellen.

Voorwaarde 1: de 75%-grens

De definitie van een ingrijpende energetische renovatie bepaalt dat minstens 75% van de bestaande en nieuwe die het omhullen en die grenzen aan de buitenomgeving worden geïsoleerd. Volgende scheidingsconstructies tellen al dan niet mee in het bepalen van deze 75%-grens.

Tellen mee als geïsoleerd (in de teller):

  • (na)geïsoleerde van het verliesoppervlak die in contact staan met de buitenomgeving, zoals onder andere:
    • (na)geïsoleerde muren, vloeren, daken in contact met de buitenomgeving;
    • een nageïsoleerde wachtgevel waar niet tegenaan is gebouwd. Die wordt immers beschouwd als verliesoppervlak en zal een grote invloed hebben op het berekende E-peil, als die niet is nageïsoleerd.
    • muren die langs binnen worden geïsoleerd. Deze muren vallen immers onder de definitie van ‘na-isolatie’. Voor deze muren geldt evenwel geen maximale U-waarde;
    • vensters en deuren die worden vervangen. Ze moeten aan een maximale U-waarde voldoen en worden beschouwd als geïsoleerd.
    • de beglazing van vensters waarvan u enkel de beglazing vervangt en het profiel behoudt.
    • vensters die worden vervangen naar bestaand model en worden voorzien van een voorzetraam (bv. bij historische gebouwen).
    • nageïsoleerde vloeren en daken van een bestaande erker of uitkraging op de verdieping.
    • daken die in het verleden reeds werden geïsoleerd maar die in het kader van de renovatie bijkomend worden voorzien van een extra isolatielaag.
  • nieuwe schildelen van het verliesoppervlak in contact staan met de buitenomgeving, zoals onder andere:
    • nieuwe die een onderdeel zijn van
      • een uitbreiding kleiner dan 800 m³ en zonder wooneenheden of;
      • een gedeeltelijke herbouw kleiner dan 800 m³ en zonder wooneenheden of;
      • een functiewijziging kleiner dan 800 m³.

Deze werkzaamheden vallen sinds 1 januari 2014 immers allemaal onder de ‘renovatie’. Deze werken worden sindsdien niet langer apart beschouwd, maar altijd in hun geheel. De invoering van de ingrijpende energetische renovatie op 1 januari 2015 vertrok dus vanuit deze nieuwe definitie van ‘renovatie’. Bijgevolg worden deze nieuwe schildelen meegeteld in de teller.

Tellen mee in het totaal (in de noemer):

  • alle schildelen van het verliesoppervlak (muren, vloeren, daken) in contact met de buitenomgeving. Naast de bovenstaande schildelen gaat het dus ook om:
    • bestaande niet-geïsoleerde schildelen in contact met de buitenomgeving;
    • bestaande schildelen in contact met de buitenomgeving die binnen de vergunning of melding niet worden nageïsoleerd, ook al bevatten ze al bestaande isolatie van bij de bouw of van een eerdere ingreep.
    • buitenmuren met enkel ontoereikende na-isolatie in de spouw (bv. < 50mm). Bijlage I bij het beschouwt deze muren als bestaande muren zonder spouwvulling. Dergelijke muren tellen enkel mee in noemer (en niet in de teller).
    • bestaande vensters die niet worden vervangen en worden voorzien van een voorzetraam.

Tellen niet mee (noch in de teller, noch in de noemer):

  • Schildelen naar
    • (bv. een zoldervloer die wordt nageïsoleerd. Deze staat immers in contact met een AOR, en niet met de buitenomgeving. Merk op dat in dit geval ook de hellende dakvlakken niet worden meegeteld. Die maken dan immers geen deel uit van het verliesoppervlak).
    • een andere .
    • grond (bv. vloeren op volle grond).
    • kelder, kruipkelder of verluchte ruimte.

Voorwaarde 2: vervangen van de technische installaties

De technische installaties die bij een IER beschouwd worden, zijn dezelfde installaties die bij nieuwbouw de energieprestatie beïnvloeden: installaties voor ruimteverwarming, - koeling, sanitair warm water, en productie door of . Op die manier kan bij een IER volgens dezelfde rekenmethode als bij nieuwbouw een E-peil worden berekend. Om per definitie te kunnen spreken van een ingrijpende energetische renovatie moet minstens de opwekker voor warmte of koude volledig vervangen worden. Niet alle installaties (zoals een bestaande (zonne)boiler) moeten volledig vervangen worden.

Bij de meeste bestaande woningen zijn voorafgaand aan de werken geen ventilatiesysteem of hernieuwbare technieken zoals zonnepanelen of een (zonne)boiler aanwezig. Daarom wordt onder de ‘opwekkers’ meestal enkel de opwekker voor warmte of koude, dus voor verwarming en koeling beschouwd. Met de invoer van de ingrijpende energetische renovatie wil men bouwheren stimuleren tot totaalrenovaties. De bouwheer wordt aangezet om de meest doorslaggevende verbruiker, namelijk de opwekker voor verwarming of koeling, te vervangen. Vanuit die filosofie moet de (zonne)boiler niet mee worden vervangen om van een IER te mogen spreken en mag u bestaande (zonne)boilers, PV-panelen, radiatoren … meenemen in de E-peilberekening. Wordt een bestaande (zonne)boiler echter vervangen en blijft de verwarmingsketel behouden, dan spreken we niet van een IER, maar van een gewone renovatie. De meest doorslaggevende verbruiker blijft immers behouden en kan bij het inrekenen als een IER leiden tot een boete voor het niet voldoen aan de E-peileis.

Enkele voorbeelden:

  • Het komt bij ingrijpende renovaties regelmatig voor dat delen van de technische installaties, zoals een aantal leidingen of een aantal afgifte-elementen, behouden blijven. Als de warmteopwekker vervangen wordt, telt dat als criterium om van IER te kunnen spreken.
  • Als de ketel behouden blijft, gaat het om een gewone renovatie. In dat geval gelden de installatie-eisen en is geen E-peileis van toepassing.
  • Als de ketel behouden blijft en er bovendien een nieuwe ketel bij wordt geplaatst, gaat het om een gewone renovatie.
  • Als men een bestaande ketel lokaal verplaatst, gaat het om een gewone renovatie.
  • Als er twee ketels instaan voor de verwarming en men slechts één van de twee ketels vervangt, gaat het om een gewone renovatie.
  • Als er oorspronkelijk geen verwarmingsinstallatie aanwezig is en er tijdens de renovatiewerken één wordt geplaatst, gaat het om een vervanging van de installatie.

Combinatie van IER en andere aard van de werken

Werken voldoen aan meerdere definities van aard van de werken

Indien de uitgevoerde werken voldoen aan de definitie van zowel een ingrijpende energetische renovatie als een ontmanteling, kiest u voor een ontmanteling, zoals expliciet bepaald in het Energiebesluit.

Indien de uitgevoerde werken voldoen aan de definitie van zowel een ingrijpende energetische renovatie als een functiewijziging groter dan 800 m³, kiest u voor een ingrijpende energetische renovatie, zoals expliciet bepaald in het Energiebesluit.

IER vindt plaats naast een grote uitbreiding

Als een ingrijpende energetische renovatie gecombineerd wordt met een uitbreiding met een bijkomend beschermd volume dat groter is dan 800 m³, al dan niet voorafgegaan door sloopwerken, volgt u onderstaande bepalingen:

  • Als het geheel van de ingrijpende energetische verbouwing en de uitbreiding in totaal slechts één wooneenheid bevat, wordt het E-peil berekend voor de volledige wooneenheid. Dat gezamenlijke E-peil moet voldoen aan de eis bij ingrijpende energetische renovaties.
  • Als het geheel meerdere wooneenheden (of één of meerdere ) bevat of als een ingrijpende energetische renovatie gecombineerd wordt met andere werken die vallen onder de aard van de werken ‘nieuwbouw’, dan moet het gebouw verder opgedeeld worden in EPB-eenheden. Voor die afzonderlijke EPB-eenheden gelden verschillende eisenpakketten, op basis van de verschillende aard van de werken.

Mag mijn renovatie als een ingrijpende energetische renovatie beschouwd worden?

Geval 1: 75%-grens behaald, maar opwekker (bv. ketel) niet vervangen

Het is niet mogelijk een (gewone) renovatie te beschouwen als een ingrijpende energetische renovatie.

Geval 2: opwekker vervangen, maar minder dan 75%:

Het is onder bepaalde voorwaarden mogelijk een (gewone) renovatie te beschouwen als een ingrijpende energetische renovatie. U moet hiervoor een aanvraag indienen om het dossier toch als ingrijpende energetische renovatie te mogen indienen. U doet dat via een aangetekend schrijven aan het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.

Het dossier moet de plannen, de ligging, de gegevens van de bouwheer en een bewijsstuk van de aanvraagdatum van de vergunning bevatten. Daarnaast moet het dossier een motivatie bevatten waarom men de strengere eisen wil toepassen en welk niveau men zal halen (berekening toe te voegen). Als het EPB-dossiernummer al gekend is op het moment van de aanvraag vermeldt u dat in de aanvraag. Als het EPB-dossiernummer nog niet gekend is (bijvoorbeeld als de stedenbouwkundige vergunning nog niet goedgekeurd is), dan mag dit bezorgd worden van zodra het gekend is.

Het VEKA maakt haar inhoudelijk advies over aan de minister, die dan de definitieve beslissing neemt.