Gedaan met laden. U bevindt zich op: Ketel: installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01/01/15 t.e.m 31/12/21) Ketel: installatie-eisen (huidig)

Ketel: installatie-eisen (voor bouwaanvragen van 01/01/15 t.e.m 31/12/21)

Geldig voor bouwaanvragen van 01.01.2015 tot 31.12.2021 Bekijk tijdslijn

Verplichtingen CV-installaties

Voor cv-installaties gelden een aantal verplichtingen, u vindt een overzicht bij verplichtingen cv (op vlaanderen.be).

Toepassingsgebied

Afhankelijk van de van het gebouw, de en de timing van het bouwproject, zijn er installatie-eisen van toepassing. Of uw project aan de installatie-eisen moet voldoen of niet, gaat u na in de eisentabel. Klik hier voor een volledig overzicht van de installatie-eisen.

Installatie-eisen

Wanneer de installatie-eisen van toepassing zijn, moeten de ketels minstens een installatierendement hebben van 84%, bepaald ten opzichte van de (Hs). Volgende parameters hebben impact op het installatierendement:

  • van de ketel bij een belasting van 30%
  • verhouding van de onderste tot de van de brandstof
  • ketelinlaattemperatuur waarbij het 30%- bepaald is
  • seizoensgemiddelde ketelwatertemperatuur
  • ontwerpretourtemperatuur van het warmteafgiftesysteem
  • plaats van de ketel
  • regeling van de brander
  • isolatie van de leidingen
  • regeling van de installatie
  • hydraulische inregeling bij grote installaties.

De eis en de rekenmethode staan toegelicht in hoofdstuk 5 van bijlage XII van het Energiebesluit.

De EPB-software vraagt het deellastrendement ten opzichte van de . Kunt u voor een project enkel een deellastrendement verkrijgen ten opzichte van de bovenste verbrandingswaarde? Enkel in dat geval mag u dit rendement delen door de verhouding van de onderste tot de bovenste verbrandingswaarde. De waarde van deze verhouding hangt af van het type energiedrager en wordt vastgelegd in bijlage F van bijlage V bij het energiebesluit.

Energieverbruiksmeters

Of er wel of niet een energieverbruiksmeter op de installatie moet worden geplaatst, hangt af van het totale nominale thermische vermogen van de ketels:

  • indien groter dan 70 kW, is een meter verplicht die het totale brandstofverbruik meet;
  • indien groter dan 400 kW, is een calorimeter verplicht.

De karakteristieken van deze energieverbruiksmeters moeten aan minimale eisen voldoen zoals toegelicht in hoofdstuk 11 van bijlage XII van het Energiebesluit en in de Europese Richtlijn 2004/22/EG over meetinstrumenten. Zo worden de meters uitgerust met een voorziening waarmee de gemeten hoeveelheden zowel ter plaatse als van op afstand afgelezen kunnen worden.

Uitzondering: indien de meter van de gasleverancier gebruikt mag worden volgens bijlage XII van het Energiebesluit van 19 november 2010, dan moet deze meter niet voldoen aan de voorwaarden die staan vermeld onder “Minimale karakteristieken van de meters”.

Type meterKarakteristieken
brandstofmeters (vloeibaar en gasvormig)

Volume- of massameter met weergave van een numerieke meterstand (resolutie ≤1 m³ of 1 kg), uitgerust met een systeem (type impulsgever) dat een automatische opneming (dat wil zeggen: niet manueel – visuele weergave) van de meterstand toelaat. De volgende toestellen worden niet als meters beschouwd:

  • toestellen die het peil of de opgeslagen hoeveelheid brandstof meten
  • urentellers voor de verstuiving van stookolie.
calorimeters

De calorimeters zijn van het integrale type: ze zijn uitgerust met een elektronische rekeneenheid die de numerieke integratie uitvoert van het gemeten waterdebiet en het verschil in watertemperatuur tussen de vertrek- en de retourleiding.

De meter moet voldoen aan de klasse 2 volgens de norm NBN EN-1434 warmtemeters.

Niet-condenserende ketel bij renovaties

Voor nieuwe of vernieuwde installaties bij een renovatie gelden installatie-eisen. Omdat het voor sommige specifieke situaties technisch niet haalbaar is om een niet-condenserende ketel te vervangen door een condenserende ketel, kunt u ook aan de eis voldoen met een niet-condenserende ketel. Dat vraagt dan wel een performante niet-condenserende ketel en een extra inspanning op het vlak van de andere parameters (zoals bijvoorbeeld leidingisolatie).

Uitzonderingen op de installatie-eisen bij renovaties

Naargelang de ouderdom van de bestaande ketel op het moment van aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning kan een algemene uitzondering van toepassing zijn.