Gedaan met laden. U bevindt zich op: Invoer in de software: nieuwbouwproject (voor bouwaanvragen t.e.m 31-12-15) Invoer in de software: nieuwbouwproject

Invoer in de software: nieuwbouwproject (voor bouwaanvragen t.e.m 31-12-15)

Geldig voor bouwaanvragen t.e.m. 31.12.2015 Bekijk tijdslijn

EPB-software 3G: invoer ketel voor warm tapwater

  • Stap 1

    Maak systeem voor sanitair warm water aan.

    Maak onder de knoop ‘Sanitair warm water’ een systeem voor sanitair warm water aan.

  • Stap 2

    Geef de opwekker in

    Geef op het tabblad ‘Warmteopwekkingssystemen’ de opwekker in. Voor een ketel is dit ‘Verbrandingstoestel voor Sanitair Warm tapWater (SWW)’ bij ‘Soort toestel’.

  • Stap 3

    Geef de energiedrager en de eventuele warmteopslag in.

  • Stap 4

    Geef aan of de ketel een waakvlam heeft of niet.

    Voor de bepaling van de geeft u aan of de ketel een waakvlam heeft of niet. In welke gevallen u moet aangeven of er warmteopslag is, vindt u bij Invoergegevens EPB-software.

EPB-software 3G: invoer ketel voor ruimteverwarming

  • Stap 1

    Onder de knoop ’Verwarming’ kunt u een ketel voor ruimteverwarming invoeren.

  • Stap 2

    Kies bij ‘soort toestel’ voor ‘niet-condenserende waterketel’ of ‘condenserende waterketel’.

    Kies bij ‘soort toestel’ voor ‘niet-condenserende waterketel’ of ‘condenserende waterketel’. Geef hieronder de energiedrager van het toestel in.

  • Stap 3

    Als u niet beschikt over het deellastrendement of de temperatuur waarbij dit rendement werd bepaald.

    Als u niet beschikt over het deellastrendement of de temperatuur waarbij dit rendement werd bepaald vink ‘Ja’ aan bij ‘Waarde bij ontstentenis voor het rendement’

  • Stap 4

    Als de ketel binnen het beschermde volume staat.

    Als de ketel binnen het beschermde volume staat, vink ‘Neen’ aan bij ‘Het toestel staat buiten het ’.

  • Stap 5

    Als de ketel niet uitgerust is met een regeling die de ketel permanent warm houdt.

    In het geval de ketel niet uitgerust is met een regeling die de ketel permanent warm houdt vink ‘Neen’ aan bij ‘De ketel wordt op temperatuur gehouden’. Meer informatie vindt u bij invoergegevens EPB-software.

  • Stap 6

    Als de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is.

    Als de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is, kunt u die ingeven op het tabblad ‘Afgiftesystemen’. Vink ‘Neen’ aan bij ‘Waarden bij ontstentenis voor de temperaturen’ en vul de vertrek- en retourtemperatuur in. Als deze temperatuur niet gekend is, wordt een waarde bij ontstentenis gebruikt op basis van het afgiftesysteem. Meer informatie vindt u bij Afgifte.

  • Stap 7

    Geef aan of het toestel een waakvlam, een ingebouwde ventilator en een elektronische regeling heeft.

    Deze velden worden gebruikt om het hulpenergieverbruik te bepalen.

EPB-software Vlaanderen: aanmaak ketel in projectbibliotheek

  • Stap 1

    Maak een ketel aan.

    Maak een ketel aan in de projectbibliotheek onder de rubriek ‘Installatiecomponenten’ bij de subrubriek ‘warmteopwekkingstoestellen’.

  • Stap 2

    Selecteer het soort toestel en de energiedrager.

    Voor een condenserende ketel geeft u het en de ketelinlaattemperatuur bij 30% deellast in.

    Voor een niet-condenserende ketel moet u alleen het invoeren.

EPB-software Vlaanderen: invoer ketel voor warm tapwater

  • Stap 1

    Geef per tappunt het toestel en de energiedrager in.

    Onder installaties bij de subrubriek ‘Tappunten’.

  • Stap 2

    Geef ook aan of er warmteopslag is.

    In welke gevallen u moet aangeven of er warmteopslag is, wordt uitgelegd bij invoergegevens EPB-software.

EPB-software Vlaanderen: invoer ketel voor ruimteverwarming

  • Stap 1

    Geef de ketel die instaat voor ruimteverwarming in bij ‘Installaties’.

    Onder de rubriek ‘Verwarming en koeling’ op het tabblad ‘Opwekkingssysteem’.

  • Stap 2

    Kies bij ‘Type opwekkingstoestel voor verwarming’.

    Voor het toestel dat u aangemaakt hebt in de projectbibliotheek.

  • Stap 3

    Als de ketel binnen het beschermd volume staat.

    Vink ‘Het toestel staat binnen het ’ aan.

  • Stap 4

    Als de ketel niet uitgerust is met een regeling die de ketel permanent warm houdt.

    Vink ‘De ketel kan volledig afkoelen’ aan. Meer info over deze regeling kan u vinden bij invoergegevens EPB-software.

  • Stap 5

    Als de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is

    In het geval de ontwerpretourtemperatuur van het afgiftesysteem gekend is, vult u dit vak in en geeft u de temperatuur in. In het geval deze temperatuur niet gekend is, wordt een waarde bij ontstentenis gebruikt op basis van het afgiftesysteem. Dat laatste geeft u in bij het tabblad ‘Afgiftekring’.