Gedaan met laden. U bevindt zich op: Rekenvoorbeeld installatie-eisen: verlichting Verlichting: installatie-eisen (huidig)

Rekenvoorbeeld installatie-eisen: verlichting

Geldig voor bouwaanvragen vanaf 01.01.2015

Dit voorbeeld gaat over de uitbreiding en renovatie van een bestaand kantoor, waarvoor een architect nodig is. De stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd na 1 januari 2015.

Tijdens de werken wordt in een landschapskantoor, een individueel kantoor, een polyvalente zaal en een vergaderzaal de verlichting vernieuwd.

Mogelijke verlichting

U zou de bestaande oude TL-armaturen kunnen vervangen door nieuwe energiezuinige TL-verlichting of door LED-verlichting met aanwezigheidsdetectie.

Installatie-eisen

De installatie-eisen voor de verlichting zijn van toepassing op deze lokalen, omdat het gaat om een gebouw en de stedenbouwkundige vergunning is aangevraagd vanaf 1 januari 2015.

Maximaal specifiek geïnstalleerd vermogen

Lokalen met, volgens plan, een functie zoals beschreven in tabel 3 van bijlage XII moeten voldoen aan een maximaal specifiek geïnstalleerd vermogen. Aan een polyvalente ruimte legt de regelgeving geen specifieke eisen op omdat er geen analoge beschrijving te vinden is in tabel 3. De drie laatste kolommen geven de correctiefactoren voor sturing weer.

Eis en correctiefactoren in functie van type ruimte (volgens plan)
Analoge type
ruimte volgens
bijlage XII van
Energiebesluit
Maximaal
equivalent
specifiek
geïnstalleerd
vermogen
Correctiefactor
voor sturing:
Aanwezigheids-
detectie
fpres
Correctiefactor
voor sturing:
Daglichtsturing
fday
Correctiefactor
voor sturing:
Dimmen
fdim
KantoorOpenlandschaps-
kantoor
10 W/m20,90,80,9
Kantoor
secretariaat
Bureau
(individueel, collectief)
15 W/m20,70,80,9
VergaderzaalVergaderzaal15 W/m20,50,80,9
Polyvalente
zaal
NVTNVTNVTNVT

Het geïnstalleerde vermogen gaat enkel over het vermogen van de armatuur. Dat omvat de lamp en de toebehoren zoals voorschakelapparatuur, transformator, led-driver….

Berekening

Om het geïnstalleerde vermogen te bepalen wordt enkel gekeken naar de technische gegevens van de armaturen:

  • Het vermogen van toestellen voor sturing hoeft u niet mee te tellen.
  • Twee apart bedienbare groepen van armaturen in één lokaal beschouwt u steeds samen, behalve als het onmogelijk is om beide groepen gelijktijdig te laten branden. In dat geval houdt u enkel rekening met de groep met het hoogste vermogen.
  • Door middel van correctiefactoren voor de sturing van de verlichting kunt u het werkelijk geïnstalleerd vermogen corrigeren volgens het type sturing en het type lokaal.

Mogelijkheid 1: TL-verlichting

De installateur stelt als eerste mogelijkheid een concept voor met TL-verlichting met de volgende gegevens:

  • Performante TL-armaturen van 35 W boven de werkplek.
  • De elektronische ballast verbruikt 3 W.
  • Volgens de technische fiche verbruikt het armatuur in totaal 38 W.

Voor de inplanting en het bepalen van het aantal armaturen is het aan te raden (maar niet verplicht door het Energiebesluit) om rekening te houden met het lichtcomfort van de werkplaatsen. De norm NBN EN 12464-1 betreffende “Werkplekverlichting – Deel 1 Werkplekken binnen” is een goede leidraad om goed lichtcomfort te verkrijgen.

Berekening specifiek geïnstalleerd vermogen

Om te voldoen aan de minimumeisen is in onderstaand voorbeeld het aantal armaturen bepaald met software.

Voorbeeld berekening bij TL-verlichting
Lokaalfunctie
volgens plan
OppervlakteSpecifiek
geïnstalleerd
vermogen
Correctie-
factoren
voor sturing
Equivalent
specifiek
geïnstalleerd
vermogen
(Wequiv)
Maximaal
equivalent
specifiek
geïnstalleerd
vermogen
Kantoor143,1 m21330 W19,3 W/m210,0 W/m2
Kantoor
secretariaat
36,0 m2190 W15,3 W/m215,0 W/m2
Vergaderzaal17,0 m2114 W16,7 W/m215,0 W/m2

Met het gebruik van performante TL-verlichting kan in dit voorbeeld de eis gehaald worden, zonder een bijkomende investering in een sturing van de armaturen.

Oplossingen

Als de eisen niet zouden gehaald worden, kan de installatie nog beantwoorden aan de regelgeving door middel van sturing (aanwezigheidsmelding, daglichtsturing en/of dimming).

Mogelijkheid 2: LED-verlichting

De installateur stelt als tweede mogelijkheid een concept voor met volgende LED-verlichting:

  • Het vermogen per armatuur bedraagt volgens de technische fiche 25,5 W, 37 W en 26 W (incl. de toebehoren zoals de ‘leddriver’).
  • De kantoren maken gebruik van daglichtsturing.
  • De bezetting van de vergaderzaal is lager dan die van de kantoren en de verlichting blijft er branden gedurende lange periodes. Voor de vergaderzaal wordt daarom bewegingsdetectie geplaatst, in combinatie met daglichtsturing.

Berekening specifiek geïnstalleerd vermogen

In dit energiezuinige verlichtingsconcept worden de eisen op het vlak van het maximaal equivalent specifiek geïnstalleerd vermogen met gemak gehaald.

Voorbeeld berekening bij LED-verlichting
Lokaalfunctie
volgens plan
OppervlakteSpecifiek
geïnstalleerd
vermogen
Correctie-
factoren
voor sturing
Equivalent
specifiek
geïnstalleerd
vermogen
(Wequiv)
Maximaal
equivalent
specifiek
geïnstalleerd
vermogen
Kantoor143,1 m2872,5 W0,84,8 W/m210,0 W/m2
Kantoor
secretariaat
36,0 m2104,0 W0,82,3 W/m215,0 W/m2
Vergaderzaal17,0 m252,0 W0,5 x 0,8 = 0,41,2 W/m215,0 W/m2