Gedaan met laden. U bevindt zich op: Distributiesystemen Ruimteverwarming

Distributiesystemen

Bij het distributiesysteem moet de lengte van de ongeïsoleerde leidingen buiten het beschermde volume worden bepaald.

Leidinglengtes in appartementsgebouwen bepalen

In een appartementsgebouw staat de collectieve verwarmingsinstallatie in de kelder.

  • De kelder behoort niet tot het beschermde volume (Lk).
  • Verticaal lopen de leidingen door de kelder en nadien door een sterk geventileerde schacht (Lv).
  • Horizontaal lopen de leidingen binnen het beschermde volume.

Werkwijze

De horizontale lengte moet niet ingerekend worden (want binnen BV).

De leidinglengte van de ongeïsoleerde leidingen buiten het BV betreft hier dus enkel de verticale lengte in de kelder en de sterk geventileerde schacht:

L = 2 x (Lv/2 + Lk)

Deze gemiddelde lengte L voor de aanvoer en retour is voor alle gebouweenheden identiek.

Leidinglengtes bij stookplaatsen buiten beschermd volume

  • De verwarmingsketel van een woning bevindt zich in een alleenstaande garage die niet tot het beschermde volume behoort

    Wat moet in de software aangeduid worden?

    • Bij het opwekkingssysteem wordt aangevinkt dat de opwekker zich ‘buiten het beschermde volume’ bevindt.
    • Bij het distributiesysteem wordt ‘externe stookplaats’ aangeduid. De warmte wordt immers geproduceerd op de eigen site maar buiten het gebouw met de wooneenheid.
    • De lengte van de ongeïsoleerde distributieleidingen buiten het beschermde volume worden bepaald in het deel van de woning dat buiten het beschermde volume ligt, zoals de kelder in geval de leidingen langs de kelder de woning binnenkomen. Enkel de ongeïsoleerde lengte wordt in rekening gebracht.

    De lengte van de ongeïsoleerde leidingen in de externe stookplaats en tussen de garage en de woning en in de garage moet niet in rekening worden gebracht. De software rekent voor deze lengte met een aanname.

    De ongeïsoleerde leidingenlengte in de externe stookplaats en de ondergrondse leidingen tussen de eenheid en de externe stookplaats moeten niet geïnspecteerd worden.

  • Een appartementsgebouw bestaat uit een ondergrondse parkeergarage en 8 appartementen. De ondergrondse verdieping maakt geen deel uit van het beschermde volume. De stookplaats bevindt zich op dezelfde verdieping als de ondergrondse parkeergarage.

    Wat moet in de software aangeduid worden?

    • Bij het opwekkingssysteem wordt aangeduid dat de opwekker zich ‘buiten het beschermde volume’ bevindt.
    • Bij het distributiesysteem wordt ‘externe stookplaats’ niet aangeduid, aangezien de warmte wordt geproduceerd binnen hetzelfde gebouw waar ook de eenheid zich in bevindt.
    • De lengte van de ongeïsoleerde distributieleidingen (aanvoer en afvoer) buiten het beschermde volume wordt bepaald, zoals in sterk geventileerde schachten.
    • Let op: de gemiddelde afstand van de ongeïsoleerde distributieleidingen buiten het beschermde volume tot de verschillende eenheden wordt bepaald. Voor alle eenheden wordt dus dezelfde gemiddelde leidinglengte gebruikt. Voor een sterk geventileerde verticale schacht wordt de helft van de hoogte genomen.